Tenten voor de wandelaar

Omdat wandelen ook vaak gepaard gaat met kamperen, is het wellicht nuttig om hier nog enkele opmerkingen te wijden aan de keuze van een tent.

Voor de juiste keuze is het gebruiksdoel van doorslaggevend belang. Aan een tent die twee weken op een camping blijft staan stel je geheel andere eisen dan aan een trekkerstent die iedere ochtend weer in de rugzak verdwijnt. Ook de te verwachten weersomstandigheden spelen een grote rol. Vooraf goed weten waarvoor je een tent wilt gebruiken bespaart je veel mogelijke teleurstellingen!


Model/type: Er is een haast oneindige variatie aan modellen tenten te koop. Van de aloude één- en tweestokkers, via koepel- en tunneltentjes tot allerlei moderne hybride-modellen die zich niet meer eenduidig laten klassificeren. Het is onmogelijk alles te bespreken, zodat ik me hier beperk tot een grofmazige indeling:

Koepeltenten
Min of meer half-bolvormige tenten met elkaar kruisende boogstokken van buigzaam aluminium (of glasfiber). De grote voordelen van dergelijke tentjes zijn de ruimte in de binnentent (door de vrij steile wanden) en het feit dat ze met geen of weinig haringen/tentpennen al rechtop blijven staan (zelfdragende constructie). Het voornaamste nadeel is de meestal zeer beperkte omvang - of zelfs afwezigheid - van een luifel/voortent.
Tunneltenten
Langwerpige tenten met elkaar niet kruisende boogstokken. Hebben evenals koepels steile wanden en dus veel bruikbare ruimte in de binnentent, maar zijn niet zelfdragend en hebben dus meer haringen/tentpennen nodig om te blijven staan. Tunnels zijn meestal minder windvast dan koepeltenten, maar zijn vaak wel voorzien van een ruime(re) luifel of voortent.
Éénstoks dwarsslapers
Min of meer pyramidevormige tentjes met één (niet buigzame) stok in het centrum. De binnentent bevindt zich in de achterste helft van de tent, achter de stok. De grote voordelen van dit model zijn de grote hoeveelheid ruimte in de voortent (om te koken bij regenachtig weer en voor de bagage) en de grote windvastheid. Nadelen zijn de beperkte ruimte in de binnentent (door de schuine wanden) en het feit dat de tent een zeer groot aantal haringen/tentpennen nodig heeft.

Afmetingen: Is de binnentent ruim genoeg om comfortabel in te kunnen liggen? Is er ruimte voor schoenen en dergelijke? Is er ruimte voor de rugzak(ken) onder het luifel/voortent? Biedt de voortent voldoende ruimte om te koken bij slecht weer of moet dit in de binnentent gebeuren, met alle risico's van dien? Maar ook: passen de ingepakte tent en de stokken in of op de rugzak?

Gewicht: Dit is (vanzelfsprekend) met name van belang wanneer de tent voor meerdaagse trektochten wordt gebruikt en dus op de rug moet worden meegetorst. Het maximaal toelaatbare gewicht verschilt van persoon tot persoon, en hangt natuurlijk ook af van wat er nog meer mee moet in de rugzak. Verder is het zo dat naarmate je een grotere meerpersoonstent kiest, het gewicht per persoon doorgaans afneemt. Om desondanks een idee te geven: voor de meeste wandelaars is een gewicht tot anderhalve kilogram (dus b.v. 2,5 tot 3 kilogram voor een tweepersoons tent) wel ongeveer de limiet.

Tentdoek: De keuze van het materiaal is meestal vrij eenvoudig. (Lichtgewicht) katoen is zeer geschikt voor tenten die gedurende langere tijd op één plaats blijven staan, en daar dan ook (overdag) aan de nodige zonnestraling worden blootgesteld. Katoen is in hoge mate UV-resistent en ademt ook nog eens goed. Voor gebruik tijdens een trektocht is een kunststof (nylon of polyester) tent de juiste keuze. Deze materialen blijven ook als ze nat worden ingepakt - en dat zal tijdens een trektocht meer dan eens gebeuren - goed waterdicht. Daarnaast zijn kunststof tenten doorgaans iets lichter dan vergelijkbare katoenen modellen. Wanneer het nylon een UV-werende behandeling heeft ondergaan is het (tot op zekere hoogte) ook bestand tegen zonlicht, en kan de tent ook op een vaste standplaats worden gebruikt.

Kleur: Misschien een kleinigheid en grotendeels een kwestie van smaak, maar als je graag "wild" kampeert trek je met een mosgroene tent minder snel de aandacht van een passerende boswachter. Aan de andere kant wordt een bergsporter in nood met een feloranje tent sneller gevonden door de reddingsploeg...

Afwerking: Als je je verbaast over het verschil in prijs tussen twee vrijwel identiek ogende tenten wordt het tijd om eens aandachtig naar de afwerking gaan kijken. De kwaliteit van bijvoorbeeld de coating van het tentdoek is nauwelijks op het oog te beoordelen, maar andere zaken des te meer. Kijk vooral naar de stiksels en de aanhechtingen van afspanpunten en ritsen. De dikte en coating van het grondzeil bepalen hoe snel scherpe steentjes of takjes een probleem gaan vormen. In noktenten is ook de uitvoering van de nokring een goede maatstaf voor de kwaliteit (een simpel ingeslagen ringetje of duurzaam op leer gestikt). Ook de boogstokken van koepel- en tunneltenten zijn van groot belang: goedkoop glasfiber breekt sneller dan aluminium.

Prijs: De afwerking heeft een grote invloed op de prijs van een tent. In het algemeen kan gesteld worden dat hoogstaande (lees: dure) materialen ook duurzamer zijn, zodat de prijs per jaar over de totale levensduur van een goedkope en een dure tent niet veel hoeft te verschillen. Wie een tent slechts nu en dan gebruikt hoeft niet meteen de allerduurste te kopen. Aan de andere kant heb ik meer dan eens goedkope merkloze tentjes zien bezwijken onder weersomstandigheden zoals die ook in Europa regelmatig voorkomen. En met een uitgescheurde rits, een gebroken boogstok of een scheur van een halve meter in het tentdoek is de vakantie wellicht eerder afgelopen dan de bedoeling was...


Terug naar de index pagina.