Lake District National Park - Cumbria

langs de Dales Way...

Het Lake District National Park ligt in het uiterste noordwesten van Engeland, vlak onder de Schotse grens. Het is waarschijnlijk het meest bekende van de vele nationale parken die het land rijk is, en niet zonder reden. Meest kenmerkend voor het gebied zijn natuurlijk de vele langgerekte meren die de door gletsjers uitgesleten dalen vullen. Al eeuwen vormt het landschap van meren en bergen een rijke inspiratiebron, zowel voor bekende schrijvers als William Wordsworth als voor de (aspirant) kunstenaars die tegenwoordig hun schilderijen proberen te verkopen in de kleine galerieën en souvenirwinkels in de vele toeristische dorpjes.

Het toerisme is voor het Lake District zowel een zegen als een vloek. Veel inwoners van het gebied zijn voor hun levensonderhoud direct of indirect afhankelijk van het toerisme. Aan de andere kant staan de rust in het gebied en het behoud van natuur en landschap onder grote druk door de enorme bezoekersaantallen. Wie eenzaamheid en stilte zoekt kan dat misschien maar beter elders doen, zeker in de periode mei-september. Ik verbaasde mij tijdens een eerdere vakantie in Snowdonia al over de vele toeristische voorzieningen in de dorpjes, maar het Lake District bleek in dit opzicht toch de kroon te spannen. Om een voorbeeld te geven: in het centrum van het kleine dorpje Ambleside zijn meer dan vijftien winkels in buitensport artikelen te vinden! Plus natuurlijk de nodige pubs, restaurants, kiosken, souvenirwinkels, avondwinkels, enzovoorts. Voor wie er van houdt, zal ik maar zeggen...

Gelukkig is er buiten de dorpjes voor de wandelaar aan natuurschoon meer dan voldoende te genieten. Hoewel het gebied naar de meren is genoemd, zullen voor wandelaars met name de heuvels en bergen - hier steevast fells genoemd - interessant zijn. Dit is het gebied waar Wainwright zo veel boeken mee wist te vullen, en naast zijn beroemde gidsen zijn er nog talloze andere. De drie hoogste en tevens beroemdste toppen zijn Scafell Pike (977 meter), Helvellyn (950 meter) en Skiddaw (931 meter), maar ook voor minder ambitieuze wandelaars is er meer dan voldoende te beleven. Qua rust is het zelfs aan te raden de bekende toppen te vermijden; op de populaire route vanuit Keswick naar de top van Skiddaw zijn op een mooie dag lange rijen wandelaars te zien, terwijl de omliggende heuvels en dalen dan relatief verlaten zijn.

in de Langstrath vallei

Het gebied rond Scafell Pike, Great Gable (899 meter) en Bow Fell (902 meter) vormt het bergachtige hart van het gebied. Het officiële logo van het nationale park is dan ook gebaseerd op het zicht op de toppen aan het noordoostelijke uiteinde van Wast Water. Het is tevens het enige deel van het Lake District waar geen dorpjes en zelfs zeer weinig wegen zijn te vinden. Voor de wandelaar zonder eigen vervoer (lees: auto) is het ronduit slecht bereikbaar. Wie desondanks iets van het gebied wil zien, kan vanuit de goed bereikbare dorpjes Rosthwaite of Stonethwaite de Langstrath vallei (zie foto links) inlopen, die enkele kilometers verderop bijna aan de voet van Bow Fell eindigt.

Zoals ook in andere delen van de Britse eilanden zijn de bergen in absolute zin niet bijzonder hoog, maar aangezien de dalen bijna op zeeniveau liggen zijn de hoogteverschillen desondanks aanzienlijk. Bij de beklimming van Skiddaw vanuit Keswick is het hoogteverschil zo'n 850 meter, weinig minder dan de totale hoogte van 931 meter. Dankzij de uitstekende kaarten van de Ordnance Survey is het vinden en volgen van de juiste route doorgaans geen probleem. Grote delen van het gebied zijn overigens niet of nauwelijks voorzien van bewegwijzering, zodat kaart en/of routebeschrijving geen overbodige luxe zijn. Door het Lake District lopen enkele lange afstandswandelpaden, waaronder de Cumbria Way, de Dales Way en de beroemde Coast-to-Coast Walk. Deze vormen qua bewegwijzering een uitzondering en zijn in het algemeen makkelijk te volgen.


Meer informatie:

In het Lake District zelf zijn in ieder dorp meer dan voldoende wandelgidjes en dergelijke te koop, onder andere bij de Tourist Information Centres, boekhandels en souvenirwinkels. Zelfs de supermarkt verkoopt topografische kaarten. De National Park Authority geeft een folder uit met als titel "Safety on the Fells", met tips over veiligheid en nuttige telefoonnummers.

Met betrekking tot de kaarten: De Outdoor Leisure kaarten zijn natuurlijk zéér gedetailleerd, maar een complete set kost zo'n honderd gulden. Als geld geen rol speelt zijn de kaarten overigens ook in geheel geplastificeerde uitvoering te koop, wat bij slecht weer erg handig is. De Touring Map kost zo'n twintig gulden en beslaat het gehele nationale park op één kaartblad. Voor wandelingen over paden, in de dalen en dergelijke is deze kaart voldoende gedetailleerd. Het voornaamste verschil in detaillering tussen de Outdoor Leisure enerzijds en de Landranger en Touring maps anderzijds is de weergave van de drystone walls (muurtjes) tussen velden, wat met name op de fells en in de meer afgelegen delen van het park een rol kan spelen.

Reizen naar het Lake District

De twee dichtstbijzijnde luchthavens zijn die van Manchester en Newcastle. Gezien de frequentie van en keuze aan vluchten, de verbindingen tussen de luchthaven en het Lake District, en niet in de laatste plaats de prijzen van tickets, verdient een reis naar Manchester Airport de voorkeur. Vanaf Manchester Airport vertrekt iedere twee uur een directe trein naar Windermere, een rit van ruim twee uur en zo'n £25. (Dit is de prijs voor een retour, dat gedurende langere tijd geldig is. Vraag hiernaar bij het loket; de tariefstructuur van de diverse Britse spoorwegmaatschappijen is bijzonder ondoorzichtig!) Op andere tijdstippen duurt de reis ondanks twee keer overstappen overigens nauwelijks langer.


Terug naar de vorige pagina of de indexpagina.

Laatste update: 9 september 2000